Huisvesting basisschool, periode voor 1878
Het onderwijs voor 1800 in de gemeente Vries
Voor het onderwijs in deze tijd kan alleen iets in algemene zin worden gezegd. Het enige waarvan iets bekend is dat er een kerspelschool in het hoofddorp Vries was. Hier was een onderwijzer, die tevens verschillende functies in de kerk had, zoals voorlezer, voorganger en koster. Deze onderwijzer had dan ook een vast inkomen van 100 Carolusgulden, te betalen uit de opbrengsten van de kosteriegoederen en uit een omslag van een stuiver voor ieder mud land. Ook kon hij rekenen op schoolgeld van de kinderen en op het gebruiken van het kosterhuis met bijbehoren; tevens had hij ook nog een klein boerenbedrijfje.
Uit de bijdorpen moeten de kinderen die onderwijs willen/mogen volgen daarvoor naar Vries lopen. Na de Reformatie komt er verandering. In 1630 wordt een regeling van kracht over het "verplicht aanstellen van schoolmeesters in continueelen dienst" en in 1632 volgt een bepaling die meer ruimte geeft aan de bijdorpen want afgelegen buurschappen mogen dan een eigen schoolmeester aanstellen. We lezen:
"is geresolveert, dat de buirschappen, die soeverre van de Kerckdorpen gelegen syn, dat de kindren niet bequaemlick aldaer ter schoele connen coemen, eygene schoelmeesters sullen mogen houden. Employeren den stuiver per elcke mudde landt."
Dorpen die van de regeling gebruik willen maken, hoeven dan niet meer aan het kerkdorp gelden af te dragen. Voor de bekostiging is een regeling opgesteld (Bron: Het Drentse Esdorpenlandschap, uitgeverij Matrijs 2004, Theo Spek). Of Zeijen meteen van de regeling gebruik maakt is niet bekend, maar bij de Grondschattingsregistratie van 1654 wordt het ‘Schoolhuysken van Jan Schuylinghe’ vermeld. Het is zijn privé-bezit met een vastgestelde waarde van 54 gulden. In hetzelfde overzicht wordt Jan Henricks genoemd als schoolmeester. De eerste school van Zeijen dateert dus zeer waarschijnlijk uit deze periode.
Er kon in de kerspel of hoofdschool het gehele jaar door les worden gegeven aan alle kinderen uit het kerspel, maar er was een bepaling dat de kinderen die verder dan een kwartier reisafstand van deze school woonden naar de dichtsbijzijnde buurtschool mochten. Er werd in de buurtschool alleen maar in de wintermaanden les gegeven, dat was dan lezen en schrijven. Ook moest er worden onderwezen in Cathechismus. Rekenen was alleen maar voor diegenen die er voor wilden betalen, en dan nog maar alleen in de kerspelschool. De onderwijzer of bijschoolhouder werd ieder seizoen op een overeenkomst met de volmachten van de buurtschap aangenomen. Het bedrag waarvoor hij moest lesgeven was veelal niet hoger dan 25 gulden en kost en inwoning per jaar. Het schoolbezoek was dan ook maar zeer weinig. Voor de gemeente Vries is een lijstje bekend waarin het aantal inwoners en het aantal leerlingen is vastgesteld volgens een opgave van alle buurtscholen, nml.:
Buurtschap | Inwoners | Leerlingen |
Bunne-Winde | 125 | 16 |
Donderen | 177 | 30 |
Tynaarlo | 144 | 20 |
Taarlo | 120 | 20 |
Yde-de Punt | 200 | 30 |
Zeijen | 167 | 25 |
Voor de school in Vries was dat net iets boven de 10%. Deze enquête werd gehouden in het laatst van de 18e eeuw.
Eerste bekende schoolgebouw in Zeijen
Op de eerste kadastrale kaart van ongeveer 1830 is een school opgetekend onder sektie nummer N I 759 en deze was eigendom van de Marke Zeijen. We weten alleen dat het op de plaats van de huidige Hoofdstraat 21 heeft gestaan (zie de afbeeldingen onder op de pagina).
In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 14 augustus 1846 lezen we de volgende advertentie:
C.H.W. van der Feitz burg.
M. van der Molen, loco sec. weth."
Hieronder ook een tekening uit 1840 van de te bouwen school in Taarlo, waaraan de school in Zeijen identiek zal zijn geweest: Mogelijk niet precies dezelfde afmetingen maar de indeling is wel gelijk, gezien ook het schooltje van Lhee welke nu in het Openlucht Museum te Arnhem staat.
De indeling van de school was als volgt: in het midden een pad met aan beide zijden 3 rijen banken. De voorste kleinste bank voor de allerkleinsten en zonder lessenaar. De daaropvolgende bank met lessenaar voor de middenste leerlingen en de achterste banken ook met lessenaar voor de grootsten en oudste kinderen.
Voor het pad de kachel en daarnaast de lessenaar van de onderwijzer. Er was geen sanitair en water aanwezig, ook moesten de kinderen zelf voor de brandstof zorgen.
Gedicht voor meester Jan Pieters:
Vaarwel
Aan ’t oude schoolgebouw te Zeijen.
——
Vaarwel gij oude schoolgebouw
Ras breekt de tijd nu aan
Dat men met hamer en houweel
U zal vernielen gaan.
——
Beweest gij ons ook goeden dienst
Reeds sedert menig jaar
Tans hebt gij spoedig uitgediend
Uw vonnis ligt reeds klaar.
——
En hebben wij ook veel geleerd
Op deze kleine stee
Wij zijn er zeker dankbaar voor
Maar zingen wel te vree.
——
Val neder onder moker bijl
Wij hebben geen verdriet
Want straks verrijst een nieuwe school
En daarom treur ik niet.
——
Nog eens hoezeer wij zijn thans blij
Op dezen laatsten dag
En hopen dat de nieuwe school
Maar dra gereed zijn mag.
——
Dan zullen wij met frischen moed
Weer aan het leren gaan
En dat dan ook met luit en vlijt
Daar komt het juist op aan.
——
Dan worden wij, zoo God het wil
Verstandig wijs en goed
En leven dan verheugd en blij
En met een vroom gemoed.
——
Zoodat een ieder die ons kent
Op ons tevreden zij
En wij eens nutte leden zijn
Der groote maatschappij.
Zeijen 15 juli 1878 J. Pieters
Afbeeldingen
Reageren
De inhoud van deze pagina is zeer zorgvuldig samengesteld. Des ondanks kan het fouten of onvolkomenheden bevatten...
Uw reactie kunnen wij gebruiken om de informatie op de website te verbeteren! Alvast bedankt voor de moeite.
Stuur uw vraag, opmerking, verbetering of een nieuwe foto('s) naar historie@zeijen.nu of gebruik dit formulier: